De juf zei een heleboel woorden. Was het woord een keerwoord, dan moesten we naar het vak keerwoorden lopen, was het woord geen keerwoord, dan moesten we naar dat vak lopen.
Zo kwamen we te weten dat legovogel en koortsmeetsysteemstrook keerwoorden zijn.
We schreven deze twee woorden ook op de speelplaats om te zien of het wel klopte.
Daarna riep de juf een woord. Aan ons om het juiste spiegelwoord op te schrijven op de speelplaats. Na deze herhaling gingen we naar binnen om ons werkboek in te vullen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten